Het begon met nieuwsgierigheid en een pak meel in mijn keuken. Zuurdesem leek ingewikkeld, maar al snel ontdekte ik dat het vooral draait om geduld, aandacht en liefde voor bakken. In deze blog neem ik je mee in mijn eigen bak reis: hoe ik mijn eerste starter maakte en uiteindelijk mijn eerste knapperige zuurdesembrood uit de oven haalde.
Stap 1 – Je starter maken

Zuurdesem begint met een eenvoudige mix van meel en water. Ik mengde 50 gram roggemeel met 50 ml water in een glazen pot. Daarna begon het wachten – 24 uur – voordat ik hem voor het eerst voerde.
Stap 2 – Dagelijks voeden
Elke dag haalde ik de helft eruit en voegde weer vers meel en water toe. Het voelde een beetje als huisdieren verzorgen: het begon te bubbelen en te ruiken naar frisse, fruitige gist.
Stap 3 – De eerste test
Na 5 dagen deed ik de drijftest: een lepeltje starter in water laten vallen. Als het blijft drijven, is je starter klaar voor gebruik. Spannend moment, want dit betekende: ik kan gaan bakken!
Stap 4 – Het eerste brood
Mijn eerste brood was niet perfect – iets te compact, iets te licht. Maar de smaak was verrassend goed. Elke keer leerde ik meer: langere rijstijd, beter opvouwen, juiste temperatuur.
Stap 5 – Experimenteren en delen

Na een paar weken begon ik te variëren met meelsoorten, hydratatie en baktijden. Het mooiste moment? Mijn eerste broden uitdelen aan buren en vrienden – zo begon Passie voor People ook een beetje in mijn keuken.
Veel gestelde vragen
Meestal 5-7 dagen, afhankelijk van de temperatuur en het meel dat je gebruikt.
Ja, tenzij je hem in de koelkast bewaart; dan kan eens per week ook.
Benieuwd naar meer recepten en tips voor zuurdesembrood?
Sluit je aan bij Passies en ontdek hoe bakken verbindt, inspireert en smaakt naar meer.